24 mei - Vast huurcontract wordt vanaf 2024 verplicht – alleen in deze vijf gevallen mag tijdelijke huur toch

De meerderheid van de Tweede Kamer heeft dinsdag 23 mei formeel ingestemd met een initiatiefwetsvoorstel van PvdA en coalitiepartij ChristenUnie om vaste huurcontracten weer de norm te maken. Het voorstel kreeg ruim tweederde van alle stemmen (107). Alleen VVD, Forum voor Democratie, de Groep Van Haga en het lid Gündogan stemden tegen.

Het doel van de nieuwe Wet Vaste Huurcontracten - die mogelijk al per januari 2024 ingaat - is om huurders meer zekerheid te bieden. Momenteel ervaren duizenden huurders voortdurend stress en stellen zij belangrijke beslissingen uit, zoals het starten van een gezin, omdat zij elk jaar weer moeten verhuizen. In de zoektocht naar een nieuwe woning worden ze telkens geconfronteerd met hogere huren. Door de nieuwe wet mag tijdelijke verhuur binnenkort alleen nog maar onder specifieke voorwaarden.

1. Woning weer nodig voor eigen gebruik
Indien de verhuurder de woning weer nodig heeft voor eigen gebruik, mag de huur worden opgezegd. Deze situatie komt bijvoorbeeld voor als iemand die gaat scheiden zelf weer in de verhuurde woning wil gaan wonen. Toekomstig eigen gebruik mag ook al vooraf worden vastgelegd in een tijdelijk huurcontract. Wanneer een woningeigenaar bijvoorbeeld tijdelijk in het buitenland gaat wonen voor werk, kan hij ervoor kiezen zijn woning tijdelijk te verhuren. De afspraak dat de huur na een bepaalde tijd eindigt omdat de woning weer nodig is voor eigen gebruik wordt ‘de diplomatenclausule’ genoemd.

2. Woning nodig voor familielid

Het is de woningeigenaar toegestaan om expliciet vooraf in een huurovereenkomst vast te leggen dat de woning na een bepaalde periode nodig is voor een bloedverwant in de eerste graad (eigen kinderen of ouders). Om oneigenlijk gebruik van deze bepaling door de verhuurder te voorkomen, kan ontbinding van het huurcontract alleen door de rechter worden uitgesproken indien een belangenafweging uitwijst dat het belang van de woningzoekende bloedverwant zwaarder weegt dan het belang van de huurder om in de woning te blijven. Enkel het zijn van een eerstegraads familielid is dus niet genoeg om een huurder het huis uit te krijgen.

3. Proefsamenwonen

Wie gaat proefsamenwonen, maar nog niet de eigen woning durft te verkopen, mag het pand tijdelijk verhuren. Als de nieuwe relatie mislukt, mag de woningeigenaar terugkeren naar zijn eigen huis - dat mocht vroeger ook al. Nieuw is dat de huurwet voortaan regelt dat de huur óók mag worden opgezegd als de nieuwe relatie wél slaagt. Het koppel hoeft dus niet te doen alsof de relatie op de klippen is gelopen om de huurder weer uit de achtergelaten woning te krijgen, waarna die verkocht kan worden.

Voorwaarde is dat het proefsamenwonen maximaal twee jaar duurt. Daarna moet een vast huurcontract worden aangeboden. Een ander voorwaarde is dat de woningeigenaar eerst zelf minstens twee jaar in het huis moet hebben gewoond voordat deze vorm van tijdelijke huur mag worden aangeboden. Bovendien moet de eigenaar daadwerkelijk gaan proefsamenwonen, wat betekent dat het huwelijk of geregistreerd partnerschap maximaal drie maanden eerder is aangegaan. Als dat zo is, dan mag de eigen woning eenmalig tijdelijk verhuurd worden.

4.Doelgroepencontracten

Sommige woningen zijn specifiek gebouwd voor bepaalde doelgroepen; zoals jongeren, studenten, ouderen, grote gezinnen of gehandicapten. Om te voorkomen dat de woningen bezet worden gehouden door mensen die er eigenlijk niet horen te wonen - omdat ze bijvoorbeeld allang zijn afgestudeerd - mogen huurcontracten van vijf jaar worden aangeboden.

Zo mogen huurbazen de doorstroming in studentenhuizen op gang houden door studenten een zogenaamd ‘campuscontract’ aan te bieden. Dit is een huurcontract voor de nominale duur van een studie. Duurt een universitaire studie bijvoorbeeld vijf jaar, dan mag de huurbaas eisen dat de kamerbewoner na die tijd de kamer verlaat. Om misbruik tegen te gaan, mogen verhuurders elk jaar aan de bewoners van studentenkamers vragen om een bewijs van inschrijving aan een onderwijsinstelling,

5. Woningen die tijdelijk van aard zijn

Sommige woningen zijn per definitie voor tijdelijke verhuur bestemd. Het gaat dan bijvoorbeeld om vakantiewoningen die slechts enkele maanden per jaar verhuurd mogen worden. Of om gemeentewoningen die op de rol staan om binnenkort gesloopt te worden. Ook voor woningen die in het kader van de leegstandswet kort te huur worden aangeboden- zoals een woning die tegelijkertijd te koop is aangeboden - geldt geen huurbescherming. Er mogen dus tijdelijke huurcontracten voor dit soort woningen worden aangeboden.

Bron: Volkskrant 
Foto:Photo by Simon Maage on Unsplash

Vragen formulier

Stel je vragen via WhatsApp op nummer: 06-46192488